“we onthouden geen woorden,
maar momenten”
Er was eens een vijver met kleurloos, koud en stilstaand water. In die vijver was er helemaal niets anders te beleven dan enkel – het Donker, de Kou en de Stilte. Twee Wijze Kinderen van Twaalf jaar, een Jongetje en een Meisje die elkaars beste vrienden waren, waren door hun Vaders en Moeders op pad gestuurd omdat ze oud genoeg waren om de omgeving van hun Buurland eens te gaan onderzoeken en verkennen.
Het Buurland was stil, donker en koud en de kinderen konden niets anders waarnemen dan hier en daar wat vage contouren. Ze liepen met hun blote voeten voorbij de vijver, zonder deze gezien te hebben. Door de voetstappen in het zand ontstonden er hele zachte en subtiele trillingen in het water van de vijver.
Hun Vaders en Moeders hadden voor de zekerheid een Kompas meegegeven, zodat de twee Kinderen van Twaalf jaar altijd de weg naar Huis terug konden vinden. Maar de Kinderen vonden de ontdekkingsreis, de onderzoeken en verkenningen naar het Buurland veel te spannend en leuk, dus zij besloten met elkaar om deze reis verder af te maken.
De Kinderen waren koud en moe van de lange wandeling naar hun Buurland en ze gingen even in het zand zitten om uit te rusten. Door de donkere omgeving konden ze nauwelijks iets anders waarnemen dan hier en daar een heel klein puntje licht waardoor ze de contouren van boombladeren en takken herkenden.
Een van de kinderen zei dat als ze kleine puntjes van licht kon zien, dat ze dan wellicht vlak bij Huis waren. En het andere Kind ging meer takken en bladeren voor haar opzij te schuiven om meer licht te creëren in deze donkere omgeving. Langzaamaan begonnen er wat grotere stralen van licht door het bladerdak heen te schijnen en deze lichtstralen straalden allerlei verschillende kleurschitteringen die begonnen af te breken op de omgeving. De Kinderen gingen enthousiast verder met het opzij schuiven van de takken en bladeren.
Hoe meer takken en bladeren er opzij geschoven werden, hoe meer licht er kon binnendringen. Hoe meer licht er kon doordringen op de omgeving hoe meer kleurschitteringen er zichtbaar werden. De Kinderen hadden heel hard gewerkt en ze gingen weer even in het zachte zand zitten om het gedane werk te bewonderen.
Ze keken even rond en zagen hoe de eerder donkere omgeving met maar een aantal kleine puntjes van licht tot lichtbundels werden van de meest prachtige kleurtinten die vormen konden geven vanuit het gebroken licht van het spectrum waardoor er niet alleen maar donkere contouren maar ook kleuren konden worden waargenomen. Hun thuis had het Licht, de Trillingen en de Frequenties, de elementen van het blauwe water en diens leven, hun Thuis had niet de verrassing van het Donker naar het Licht en de densiteit door trillingen en kleurbrekingen.
Of hadden hun Vaders en Moeders deze Jongedame en Jongeman, die elkaars beste vrienden waren niet voor niets op Pad gestuurd met een kompas op deze ontdekkingsreis? De Bomen vertoonden door de lichtbundels prachtige donkergroene en donkerbruine schakeringen en vele verschillende tinten, het zand waarop zij eerder hadden gelopen vertoonden voetstappen en deze waren meerdere tinten rood, er lagen prachtige donkerblauwachtige stenen op de grond en deze omgeving zag er zoveel anders uit en droeg zo’n andere densiteit dan dat zij gewend waren van hun Thuis.
Opeens … Viel hun oog op de doodstille vijver en zij zagen een diep donkerblauwe tint in het water, zij zagen het schitteren van het lichtgele zonlicht in de witte spiegels van het water, zij zagen de prachtige blauwe luchten en de rode aarde samenkomen, maar wat zij nog niet beseften tijdens hun spel, was dat zij hun voetstappen in het zand aan het achterlaten waren.De Kinderen bekeken de stilstaande vijver die inmiddels een spiegel was geworden en ze bedachten dat het misschien wel leuk zou zijn om een steen in het water te gooien.
Ze zochten naar een steen in de buurt van de vijver die ze na een tijdje zoeken hadden gevonden. Er lag er eentje op de grond die hen wel wat leek want het was een grote en een perfect ronde! Dus ze raapten samen de steen op, wreven het zand er een beetje af en gooiden de steen in de vijver, wat een forse klap aan het wateroppervlak veroorzaakte. Na de forse klap ontstond er een diep plonsgeluid en er kwam een muur van water omhoog die in wel miljoenen waterdruppels uit elkaar spetterden.
De grote ronde steen zakte rustig naar de diepte van de bodem en de Kinderen zagen dat er in het water rondom de steeds dieper wegzakkende steen allemaal waterrimpelingen ontstonden die al uitdijend grotere en bredere ringen vormden. In de steeds groter en breder wordende waterrimpelingen vielen de omhoog gespatte waterdruppels neer in willekeurige volgorde.
En deze kleine druppeltjes vormden in de waterrimpelingen weer kleinere rimpelingen die weer nieuwe kringetjes werden en dit ging zo een tijdje door tot alle druppeltjes waren neer gevallen in het water. De random neergevallen druppels van grote en kleine rimpelingen en kringen dijden steeds verder uit en gingen in elkaar overvloeien en samensmelten tot het water aan de oppervlakte weer volledig rustig en glad was geworden.
We hoeven het niet eens te beseffen, maar door de komst van deze twee Kinderen, was er helemaal niets meer hetzelfde gebleven in dat kleurloze en koude Buurland. Ze hadden namelijk via hun voetstappen in het zand kleine trillingen in het water veroorzaakt en dankzij het verbuigen van de takken en de bladeren het Licht in het Donker gebracht, zij hadden via de steen die allerlei microben bevat fotosynthetisch leven geschapen.
Misschien wel een hele evolutie op gang gebracht, maar dat doet er niet eens toe. Want de steen die inmiddels niet meer levenloos aan de rand, maar op de bodem van de vijver lag bleef liggen waar deze terecht was gekomen, na het opzij schuiven van de boomtakken en het binnenlaten van het licht, begon er van alles te ontstaan, te groeien en te ontwikkelen vanuit het water.
Hmmm, dachten de Kinderen als dit alles is wat we hier komen doen, wat doen we hier dan nog? Dus de Kinderen waren uiteindelijk tevreden over het gedane werk van dat moment en besloten om met hun kompas weer terug naar huis te keren, zodat zij hun avontuur konden gaan vertellen aan hun Vaders en Moeders, maar ook aan hun Vriendjes en Vriendinnetjes en ze wisten zeker dat ze nog eens een keer terug zouden komen.
Verblijven Wij Allen als de Wijze, Onderzoekende
en Spelende Kinderen, in een rimpeling van het Continuüm …
Geschreven in Liefde voor de Sterrenzaden van Heidy.